Alles in het universum draait gewoon omdat het draait. Er is niemand die bedacht heeft hoe planeten zich behoren te gedragen.
De meester sprak nooit over het moment van zijn eigen verlichting, hoe vaak de leerlingen hem ook vroegen iets hierover te vertellen.
Slechts één keer sprak hij hierover met zijn jongste zoon, toen deze hem vroeg hoe hij zich voelde toen hij tot de werkelijkheid ontwaakte.
‘Ik voelde me als een nar,’ zei de meester.
‘Waarom?’ wilde de zoon weten.
De meester antwoordde: ‘Wel, het was alsof ik alle moeite deed om in te breken, op een ladder te klimmen, een ruit in te slaan, deuren open te breken om uiteindelijk te ontdekken dat de voordeur gewoon open stond.’
Om verlichting te bereiken zou het weleens kunnen kloppen dat je niets hoeft te doen, de deur staat gewoon open. Maar om het leven te leven lijkt niets doen een stuk ingewikkelder. Je kan toch niet gewoon in je bed blijven liggen? Want wat gebeurt er als je dat zou doen? Tot een uur of elf is het misschien wel lekker, maar dan moet je toch echt naar de wc. Als je blaas vol zit, gaat opstaan automatisch. Het gaat vanzelf, daar heeft je ‘ik’ niets over te zeggen. Jij speelt geen enkele rol. Over de tweede stap en derde stap, en alle andere stappen daarna ook niet. Eten, drinken, wassen, opstaan, ze lijken misschien alsof er een ‘ik’ is die iets doet, maar in het ‘echt’ is dat niet zo.
Oké, dat geloof natuurlijk niet?! Prima, laten we dan een paar stappen verder kijken. De eerste actie ‘naar de wc gaan’ is een volledig lichamelijke impuls. Toch? (Zo niet, probeer het dan maar eens op te houden.) Op de wc kom je tot de ontdekking dat er geen wc-papier is, je zult naar de winkel moeten. Is dit een impuls of een ‘ik-actie’?
In de winkel kom je tot de ontdekking dat je geld nodig hebt voor wc-papier. Om aan geld te komen zal je moeten werken. Je zoekt een baan, koopt het wc-papier, eten en een fiets om sneller bij je werk te kunnen komen. Zo ontvouwen zich acties en reacties als vanzelf. Het is een soort kettingreactie. Het leven zelf ontvouwt zich in oneindig veel variaties, mogelijkheden, schakeringen en kleuren. De illusie is dat er een ‘ik’ is die iets doet.
Een mooi verhaal over hoe het leven zich als vanzelf ontvouwt:
Eens werd de meester naar het hof van de koning geroepen om de prins onderricht te geven. Al gauw merkte de meester dat de prins leergierig was en openstond voor onderricht en wijze leringen, maar dat hij ook zeer gehecht was aan het stoffelijk leven en grote moeite had om de illusie van het bestaan te doorzien. Op een dag, toen de meester en zijn leerling zich in de bibliotheek van het kasteel bevonden, gaf de meester een kom aan de prins en zei: ‘Ik heb grote dorst, prins. Wil je alsjeblieft in deze kom wat water uit de rivier halen?’ De prins nam de kom en ging op weg naar de rivier …
Toen hij zich bukte om water in de kom te scheppen, zag hij een mooie jonge vrouw die net als hij op het punt stond water uit de rivier te scheppen. De vrouw was zo oogverblindend mooi, dat de prins op slag verliefd werd. Hij liep met haar mee naar haar huis, maakte kennis met haar ouders en het duurde niet lang of de bruiloft werd gevierd. De prins en zijn vrouw kochten land, bouwden een huis, kregen een zoon en een dochter en leidden vele jaren een gelukkig leven.
Maar op een dag vielen soldaten van een vijandig gezinde koning het land binnen. Er woedde een verschrikkelijke oorlog en de zoon van de prins sneuvelde. Het verdriet van de ouders was groot. De vijandige troepen werden uiteindelijk verdreven, maar er was veel verwoest.
Korte tijd na het einde van de oorlog trok er een verschrikkelijk noodweer over het land. Rivieren traden buiten hun oevers en overstromingen richtten enorme schade aan. En het water bleef maar stijgen. De prins, zijn vrouw en hun dochter moesten op het dak van hun huis klimmen om aan de verdrinkingsdood te ontsnappen. Maar toen gleed de dochter toch nog uit en kwam om in de golven. Het verdriet van de ouders was bijna ondraaglijk.
Het water was nog maar nauwelijks gezakt of het land werd getroffen door een epidemie en vele, vele mensen stierven. Ook de vrouw van de prins werd ziek. Ze lag met hoge koorts in bed en op een dag vroeg ze haar man om wat water te halen uit de rivier, omdat ze zo’n dorst had. De prins pakte een kom en ging op weg naar de rivier …
Toen hoorde de prins plotseling een stem die zei: ‘Waar blijft mijn water?’ De prins keek op en zag de meester voor zich staan. En toen begreep hij wat de meester bedoelde met illusie.
Als er geen ‘ik’ is dat het leven stuurt, betekent dat dat ‘jij’ er niet bent, niet bestaat. ‘Jij’ is een illusie. Er is leven, er is een baan, er is een partner, maar er is niet zoiets als een ‘ik’. Er is een gevoel van een ‘ik’, je zou kunnen zeggen een soort ik-bewustzijn. Het lijkt erop alsof dit gevoel specifiek van jou is. Het geeft je je eigenheidsbeleving. Maar de vraag is of dat ik-gevoel ook specifiek van jou is. Heeft niet iedereen datzelfde ik-bewustzijn? Loopt niet iedereen over de markt met precies hetzelfde ik-gevoel als waarvan jij denkt dat het uniek en ‘van jou’ is. Ik-bewustzijn lijkt eerder een collectief bewustzijn, dan dat het specifiek van jou is.
Je kunt dat mooi vergelijken met de oceaan. Er is een zee, een collectief bewustzijn en jij bent een golf. Je beleeft je golf-zijn als los van de oceaan, als unieke verschijning. Maar in wezen ben je de oceaan, het water en alle andere golven tegelijkertijd. En net als in een echte oceaan is het ook niet de golf die zichzelf stuurt, die beslissingen neemt en een bepaalde richting op gaat. Dat gebeurt in samenspel met alle andere golven, stromingen, winden, rivieren en regenbuien. Actie en reactie, als in een kettingreactie.
Alles gaat vanzelf en de dingen gebeuren gewoon. Achteraf wordt er een ik-beleving aan gekoppeld, zodat het lijkt alsof jij degene bent die de dingen doet, alsof er echt een ‘jij’ is.
Waarom is dat zo, zou je je kunnen afvragen. Waarom wordt die illusie van een ‘ik’ gecreëerd?
Dat zijn de zogenaamde niet te beantwoorden vragen. Er zijn geen simpele, concrete aanwijsbare oorzaken te noemen waarom de illusie van een ‘ik’ wordt gecreëerd. Er zijn misschien spirituele, filosofische antwoorden te vinden op een meer metafysisch niveau. We zouden hier kunnen zeggen dat alles één is. Maar omdat ons leven-zich op een duaal niveau uit, ervaren we alles als twee: ‘jij’, ‘ik’ en al het andere.
Een mooi beeld is altijd als we gaan kijken op atomair niveau. Jij, jouw lichaam, bestaat uit atomen. Geen unieke atomen, maar zogenaamde gerecyclede atomen. Je lichaam bestaat uit atomen van dinosauriërs, mammoeten, bergen, zeeën, vogels, sterren(stof), alle andere mensen, aarde, lucht en alles wat je ooit gegeten hebt. Dus op lichamelijk niveau ben je in wezen één met alles wat is en ooit was, omdat je eenvoudigweg bent opgebouwd uit dat alles.
In het universum is een bepaalde hoeveelheid atomen aanwezig en dat zullen er bij elkaar aardig wat zijn. Deze atomen samen vormen een bepaalde hoeveelheid massa en die massa is constant. Er komen geen nieuwe atomen bij, er is geen toename van massa, er is alleen verandering van samenstelling, vorm, kleur, eigenschappen, structuur, enz. Alles wat geboren wordt en nieuw lijkt te ontstaan is in werkelijkheid niets anders dan een herschikking van atomen. Het is verandering op het hoogste niveau. Het is de magie van het leven.
Uiteindelijk is er dus alleen denken dat jou een ander beeld van de werkelijkheid voorhoudt. Een beeld dat van jou een unieke afsplitsing wil creëren van dat wat alleen maar één is.
Je zintuigen spelen een belangrijke rol in de beleving van ‘ik’ en afgesplitst zijn. Kijk maar eens naar iets wat op dit moment binnen je bereik ligt: een pen, een kopje, een boom, het maakt niet uit. Dat wat je nu ziet, is opgebouwd uit dezelfde atomen als waar jij van gemaakt bent. Je zintuigen maken het echter los van jou, buiten jou en anders dan jou. Het ziet er namelijk ook
echt anders uit, het proeft anders, het ruikt anders en het voelt anders. Je zintuigen creëren in die zin de illusie, dat er een verschil is tussen ‘jou’ en al het andere en alle andere mensen.