Lang geleden voordat je geboren was, leefde je in de ‘oceaan’ die je moeder was. Die oceaan droeg je, je had nog geen idee van de zwaartekracht, je dreef in een veilige en liefdevolle omgeving. Je werd gevoed zonder er enige moeite voor te hoeven doen. Je hoefde zelfs niet te ademen, dat systeem treedt pas in werking na je geboorte. Je was in alles één met je moeder, je ruste volledig in zijn. En bewustzijn was nog oceanisch, puur en licht. Je was totaal verankerd in dat bewustzijn, je was dit bewustzijn, er was namelijk nog geen sprake van een ik-gevoel.
Je bent dat bewustzijn nog steeds, je bent nog altijd in die oceaan, maar er gebeurden wat dingen waardoor je dit vergeten bent.
Het begint allemaal met het terugtrekken van de ‘oceaan’, de vliezen breken en het water van je ‘oceaan’ stroom weg. De zwaartekracht wordt voor het eerst voelbaar en de druk op je lichaam neemt toe. De geboorte begint, en opeens is er pijn, heel veel pijn. Daar op dat moment, in die pijn ontstaat een ik-ben-heids-besef. ‘Ik ben’ is misschien wel de eerste fragiele gedachte die zich in je vormt. Dit besef van ‘ik ben’ gaat gepaard met pijn, het wordt door pijn gecreëerd, pijn in je lichaam. Het prille ik-ben-heids-besef hecht zich via die pijn aan je lichaam. Later zal dit uit groeien tot de vaste overtuiging dat je je lichaam bent.
Als je wat later op de borst van je moeder ligt gebeuren er nog twee ingrijpende dingen die bepalend zijn voor het verloop van je leven:
Je voelt je moeder nu anders. Eerst was je één, nu ben je twee. Dat gevoel van afgescheiden zijn, gecombineerd met de pijn van zoëven creëert de eerste emotie; angst. En je net verse ik-ben-heids-besef hecht zich naast je lichaam ook aan deze angst-emotie. Later zal dit uitgroeien tot de vaste overtuiging dat je je emoties bent.
Je navelstreng wordt doorgeknipt en daarmee verdwijnt de automatische toevoer van voedsel. Je moet nu iets doen om aan voedsel te komen. De eerste tijd is dat huilen en zuigen. Maar wat belangrijker is; je ik-ben-heids-besef hecht zich naast je lichaam en je emoties ook aan de grondgedachte ‘ik moet iets doen om te overleven’. Later zal dit uitgroeien tot de vaste overtuiging dat jij degene bent die controle heeft over het leven.
Door deze ervaringen wordt het oceanische bewustzijn, al is het allemaal nog heel fragiel, versluierd. Je wordt niet alleen gescheiden van je moeder, met de komst van je ik-ben-heids-besef lijk je ook gescheiden te worden van het oceanische bewustzijn. Zo ontstaat de druppel die zich los waant van de oceaan. Daar waar je - voordat er eigenlijk sprake was van een ‘je’ - zonder enige twijfel verankerd was in het oer-zijn, is het anker voor het eerst verschoven naar iets anders dan deze natuurlijke, oorspronkelijke staat. Dat iets noem ik hier je ik-heids-besef, de eerste gedachte.
Tegelijk met de baby wordt er dus ook een nieuwe ik-ben-heid geboren. Deze ik-ben-heid zal uitgroeien tot wat wij vaak ego noemen. Ik noem het graag je ik-structuur. Je ik-ben-heids-besef is de grondgedachte van alle verdere aannames waar je je leven mee vult.
De ik-ben-heid ontstaat in het oceanische bewustzijn, in het zijn, in de oer leegte. De druppel ontstaat in de oceaan. Maar zoals we al constateerden is het niet meer dan een gedachte, een gedachte die opkomt in de oceaan. En als de druppel een gedachte is, dan is het gevoel afgescheiden te zijn ook een gedachte.
Ik wil je meenemen naar een andere metafoor die prachtig laat zien hoe het proces van het uitgroeien tot een volle ik-ben-heid werkt. Je hebt vast wel eens een spinnenweb bekeken. Het web hangt meestal maar aan vier of 5 draden. Die hoofddraden dragen het web met zijn steeds kleinere cirkels van kleverige draadjes. Je ik-structuur is net als zo’n web. De draden zijn gedachten die uitgroeien tot aannames. De hoofd-draden van je web zijn er ook vier: Het zijn de grondgedachten:
De hoofd-draad waar het geheel aan hangt is de eerste gedachte en aanname; ik-ben-heid.
De tweede draad is de gedachte/aanname: ik ben mijn lichaam.
De derde draad is de gedachte/aanname: ik ben mijn emoties.
De vierde draad is de gedachte/aanname: ik ben in controle, het: ik- moet- iets- doen- idee.
Tussen deze 4 draden weef je in de loop van je leven de cirkels van je eigen ik-structuur web.
Bij een baby is die structuur, de eerste draden van het web ,nog heel fijn. Zo fijn dat het oceanische bewustzijn er nog gemakkelijk doorheen schijnt. Je kunt dat voelen, daarom zijn we ook zo graag bij een baby. Naast lief en klein vangen we ook nog iets op van dat pure bewustzijn. Maar als je goed blijft kijken zal je na een paar maanden al wat kunnen voelen van de verdichting van de structuur, van het web dat zijn eerste draden weeft. Het ikje wordt sterker en komt meer op de voorgrond. Het zijn, het oneindige bewustzijn wordt door het web steeds meer versluierd.
En nu ben je ouder, heel wat jaren heb je het idee van een ik-ben-heid gevoed en is het geworden tot de persoon die je bent. Tot een stevige structuur, een flink ego zeggen we dan met al zijn dingetjes, gewoontes, ideeën en overlevingsstrategieën.
Het web dat je al die jaren geweven hebt is uitgegroeid tot een stevig web met veel gedachten-draden waar je volledig in gelooft. Net zoals bij een echt spinnenweb zijn de gedachten-draden kleverig. Die kleverige draden houden je vast, ze houden je ego op zijn plek. Ze vangen je aandacht, nemen je mee en draaien eindeloze cirkels. Ze zijn zo plakkerig dat ze alles fixeren, ze fixeren in eerste instantie je ik-ben-heids besef. Ik-fixatie noemen we dat, ook wel identificatie. Na verloop van tijd ga je steeds meer geloven dat je het web bent. Je identificeert je volledig met alles wat er in je web gebeurt.
De vraag is, hoe verkleeft ben je, hoe dicht is je web geweven? Hoeveel licht van het oorspronkelijke oceanische bewustzijn, dat wat je werkelijk bent, schijnt er nog door heen? Kun je je nog iets herinneren van het oer-zijn?
Ergens, diep vanbinnen, in je hart, herken je vast nog wel iets van dat oorspronkelijke bewustzijn en weet je dat het web niets anders is dan een gedachte. Een gedachten-web waar je in meerder of mindere mate verstrikt in bent geraakt.
Net zoals alle gedachten die je in je leven ooit hebt gehad zijn verdwenen zal ook deze, laten we zeggen uit de klauwen gegroeide gedachte uiteindelijk verdwijnen. Als je sterft verdwijnt ook deze grondgedachte en valt het web. Het hangt tenslotte maar aan een paar draadjes.
Net zoals je dagelijkse gedachten opkomen in… ja wat eigenlijk? Lege ruimte? En er weer in verdwijnen zo is ook je ik-ben-heids gedachte ooit opgekomen in diezelfde lege ruimte. En hij zal uiteindelijk ook in die ruimte oplossen. Gedachten hebben namelijk geen vaste grond, geen wortels in die ruimte. Ze hebben echter wel de kracht, of liever gezegd het vermogen zich aan dingen te hechten. Eerst aan je lichaam, dan aan je emoties en je handelen. Later ook aan spullen, ‘mij’ is naast papa en mama vaak het tweede woord dat we leren. Dit ‘mij’ blijft ons hele leven, alles en iedereen is ermee verweven. Zo begint het web vorm te krijgen. Gedachtes worden aannames, aannames worden overtuigingen en samen vormen ze de kleverige draden van je ik-ben-heids-web.
Als je het web dat je geweven hebt en dat is uitgegroeid tot je ik-structuur met al zijn neigingen en gewoontes kan zien voor wat het is, namelijk niets meer dan een gedachte dan beginnen de draden wat losser te worden en laten sommigen misschien los. Stil worden is een krachtig medicijn. Adem is een krachtig medicijn. Meditatie is een krachtig medicijn, maar dan wel de juiste meditatie.
Er zijn tegenwoordig heel veel meditatie-technieken, programma’s, cursussen en workshops waar je leert aan jezelf te werken, een betere versie van jezelf te worden. De vraag is echter; welk zelf? Het zelf dat je de afgelopen jaren hebt opgebouwd en dat is uitgegroeid tot je ik-structuur? Of het zelf dat je was voor je geboorte, het oorspronkelijke bewustzijn, de oceaan?
Het antwoord is vrij makkelijk: investeer niet te veel in de eerste variant, het versterkt alleen maar je web. En vergeet niet; het is een gedachte, een illusoir web dat altijd verandert en uiteindelijk net zoals alle andere gedachten gewoon verdwijnt.
En werken aan de tweede variant, je ware zelf is misschien wel een nog grotere grap. Dat zelf heeft het echt niet nodig! Wat zou jij nog aan het oorspronkelijke bewustzijn kunnen verbeteren?
Wat zou de druppel nog aan de oceaan kunnen toevoegen?
Precies… alleen zichzelf.
Zoals de druppel oplost in de oceaan waar hij ooit in ontstond, zo lost ons gedachten-web op in het bewustzijn waar het ooit in opkwam. Er is dus eigenlijk niet zoveel dat je kunt ‘doen’. Het loslaten van een gedachte heeft meer te maken met overgave, je gehechtheid aan die gedachte opgeven.
Dat is wat je eventueel zou kunnen ‘doen’:
Het web wat dunner maken, meer open en transparant maken zodat er meer licht, liefde en stilte doorheen kan schijnen.
De draden minder kleverig maken door te oefenen in aandacht.
Je anker verleggen van je ik naar je hart, het centrum van je zijn.
En misschien hier en daar een draadje doorknippen.